webmodule zzp

Zzp’er of in loondienst?

Webmodule brengt nog geen duidelijkheid

Wanneer mag je iemand als zzp’er inhuren en wanneer moet je iemand in dienst nemen? Voor veel opdrachtgevers en opdrachtnemers keert deze vraag steeds weer terug. Het ministerie van SWZ startte in januari een pilot met een webmodule die helderheid moet gaan scheppen. Die gewenste duidelijkheid brengt de module nog niet, zo blijkt uit de eerste pilot-evaluatie.

Gepubliceerd door: Tentoo
Geplaatst op 23 september 2021
Leestijd

Uit de eerste resultaten van de pilotfase van de WBA (Webmodule Beoordeling Arbeidsrelatie) blijkt dat de webmodule in zeven van de tien gevallen duidelijkheid biedt. In ruim 28 procent van de gevallen wordt na het invullen van een lange vragenlijst nog geen eenduidig antwoord gegeven. Dat maakten minister Koolmees (SZW) en staatssecretaris Vijlbrief (Financiën) bekend in een brief aan de Tweede Kamer.

Beoordeling arbeidsrelatie

Na de afschaffing van de Verklaring arbeidsrelatie (VAR) in 2016 en de intrede van Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties), moet deze webmodule het nieuwste hulpmiddel van de overheid worden om de arbeidsrelatie tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers te beoordelen.

Drie mogelijke uitkomsten

Immers, voor het inhuren van zelfstandigen gelden regels. Om deze regels te verduidelijken, kun je als werkgever of opdrachtgever deze online vragenlijst anoniem invullen. Je krijgt dan een van de volgende drie uitkomsten:

  1. Een indicatie dat de opdracht buiten dienstbetrekking, dus op zzp-basis, kan worden uitgevoerd.
  2. Een indicatie dat er sprake is van een dienstbetrekking.
  3. Er kan geen oordeel worden gegeven op basis van de verstrekte antwoorden.

Als uit de beantwoording van de vragen blijkt dat een zzp’er de opdracht mag doen, krijgt de opdrachtgever een verklaring die zekerheid geeft dat er geen naheffingen komen van de Belastingdienst.

Pilot-resultaten

De pilot staat sinds begin dit jaar online en is door 6.667 deelnemers helemaal ingevuld, zo blijkt uit de evaluatie (pdf) die minister Koolmees naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Dat leidde tot de volgende uitkomsten:

  • 650 x mogelijk sprake van een fictieve dienstbetrekking (9,7%)
  • 2.257 x indicatie dienstbetrekking (33,9%)
  • 1.867 x indicatie buiten dienstbetrekking (28,0%)
  • 1.893 x geen oordeel mogelijk (28,4%)

Opvallend is dus dat in bijna 34% van de gevallen een contract voor loondienst aangeboden zou moeten worden. En in bijna 10% van de gevallen ging het om een fictieve dienstbetrekking. In slechts 28% van de gevallen kon iemand als zzp’er worden ingehuurd.

Sectoren waar (volgens de pilot) vaker mensen in dienst moeten worden genomen, zijn de zorg, horeca, logistiek en de bouw.

Geen juridische beslissing

Tijdens de pilotfase was de uitkomst van de webmodule slechts een indicatie en geen juridische beslissing. Misschien maar goed ook, want uit een bijgevoegde vragenlijst bleek dat ruim een derde van de opdrachtgevers een dienstverband moest aanbieden – terwijl de opdrachtgever dat niet had verwacht. Uit diezelfde vragenlijst bleek bovendien dat slechts 5 van de 725 opdrachtgevers die de vragenlijst invulden, een contract gaan geven.

En nu?

De resultaten van de pilotfase bevinden voorlopig sowieso in een doodlopende weg. Onderwerpen als schijnzelfstandigheid worden door het demissionaire kabinet niet behandeld. Het nieuw te vormen kabinet mag zich hier uiteindelijk over buigen.

Geef me nog meer informatie!

Onze experts helpen je graag. Laat je gegevens achter en we nemen contact met je op.

  • Hidden
  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.