In veel sectoren hebben ondernemers nog geen zicht op heropening van hun bedrijf. En wanneer ze straks eindelijk open kunnen, kampen veel bedrijven met (extra) schulden, waardoor ze niet direct kunnen groeien. Dit maakt het volgens VNO-NCW en MKB-Nederland cruciaal dat de overheid de portemonnee verder opentrekt om ondernemers op weg te helpen. Zeker omdat volgens de twee organisaties de economische vooruitzichten in heel Europa onzekerder zijn geworden.
Protocollen liggen al maanden klaar
Dat het demissionaire kabinet de lockdown verlengde tot 20 april, was voor VNO-NCW en MKB-Nederland geen verrassing, maar het was wél een nieuwe teleurstelling. De belangenbehartigers geven aan dat veel branches al maandenlang de protocollen klaar hebben liggen om stapsgewijs veilig en verantwoord wél de deuren te kunnen openen. Ook willen ze dat meer wordt doorgepakt met een slimme routekaart in combinatie met testen, waardoor de mogelijkheden voor ondernemers snel toenemen.
Steunpakket verruimen
De wanhoop bij ondernemers in de gesloten sectoren wordt met de dag groter. “De tong hangt hen op de schoenen”, aldus de ondernemersorganisaties. Zij pleiten daarom voor uitbreiding én verlenging van het steunpakket tot het eind van het jaar. “Dat laatste geeft ondernemers vertrouwen en is ook belangrijk voor bedrijven die niet rechtstreeks maar verderop in keten later worden getroffen.”
Het steunpakket moet wat VNO-NCW en MKB-Nederland betreft onder meer worden uitgebreid met een looncompensatie voor ondernemers, nu zij nog altijd verplicht dicht zijn. “Werknemers in de gesloten sectoren krijgen hun salaris volledig doorbetaald, maar hun werkgevers hebben soms al een jaar geen enkel inkomen meer. Daardoor raken ze niet alleen met hun bedrijf in de problemen, maar ook privé. Verder moet nog altijd de tegemoetkoming vaste lasten (TVL) worden verruimd voor (middel)grote retailers en toeleveranciers die er nu fors aan tekort komen.”
Bouwen aan stevig herstelpakket
Volgens de ondernemersorganisaties is nu ook het moment om te gaan bouwen aan een stevig herstelpakket dat ondernemers ná de crisis in staat stelt er weer bovenop te komen. Dit is ook nodig omdat de wereldeconomie naar verwachting tot zeker 2024 nodig heeft om op het pre-corona niveau te komen en dit ook de open Nederlandse economie raakt. “De economie herstellen met een berg schulden en een volledig verdampt eigen vermogen kan niet. Daar hebben ondernemers hulp bij nodig. De aanpak van publieke én private schulden heeft daarbij prioriteit, omdat ondernemers dan weer ruimte krijgen om te investeren en in staat zijn eigen vermogen aan te trekken”, aldus de belangbehartigers
10 jaar aflossingstijd
VNO-NCW en MKB-Nederland, die met het kabinet over zo’n herstelpakket in gesprek zijn, bepleiten onder meer dat ondernemers tenminste 10 jaar de tijd krijgen om schulden aan de overheid terug te betalen tegen een lage invorderingsrente. Dat geldt voor schulden aan de Belastingdienst, maar óók voor eventuele terugbetalingen van de NOW en de TVL. Voor private schulden moet een herstelfonds komen dat de schulden overneemt. Bij herstel horen geen lastenverzwaringen voor bedrijven, maar maatregelen die helpen investeringen aan te jagen, aldus de ondernemersorganisaties. “Het nieuwe herstelpakket moet er ook voor zorgen dat het bedrijfsleven zijn rol als motor van herstel kan spelen en de economie straks weer kan groeien.”